Gelovig en marxist. Hoe zit dat?
Voor mijn column ‘Bouwen aan een betere wereld’ had ik toentertijd een gesprek met Erik Hendrikx, indiener van het voorstel voor subsidies aan een project in Cuba, en Stijn Van Endert, godsdienstleraar, marxist en vechtsporter. De combinatie van de eerste twee kwalificaties is intrigerend genoeg om hem uit te nodigen voor een gesprek.
Stijn, Karl Marx heeft ooit gezegd: ‘Geloof is opium van het volk’. Hoe zie jij dat?
“Ik denk dat Marx gelijk heeft met zijn uitspraak als het betekent dat geloof opium is vóór het volk: godsdienst wordt misbruikt om de mensen zoet te houden. Maar ik ben het er niet mee eens als het wordt uitgelegd als opium ván het volk. Dat geloof je volgzaam maakt. In Genk hadden we een priester, ik ben zijn naam vergeten, die samen met Gaby voor de PVDA in de gemeenteraad zat. De Duitse theoloog Karl Rahner heeft eens gezegd dat geëngageerde mensen ‘anonieme christenen’ zijn: je kunt geloven, zonder het zelf te weten. Daar kan ik me wel in vinden. Beiden vechten voor een betere wereld.”
Hoe ben je marxist geworden? Zit dat in de familie?
“Nee, beslist niet. Ik ben thuis zeer katholiek opgevoed. Bij ons werd nogal gehamerd op rechtvaardigheid, solidariteit, over de derde wereld, … dat verhaal. Als je dan op onderzoek uitgaat waarom de derde wereld zo arm is en wij zo rijk, dan kom je bij het marxisme uit. Met zestien ben ik lid geworden van de jongerenafdeling van de PVDA.”
Dus vanuit christelijke waarden, die je van thuis uit meekreeg, kwam je bij het marxisme terecht. Je ouders ook?
“Nee, mijn ouders zeker niet! We hebben er zwaar ruzie over gemaakt. Toen ik voor Staf Hendrikx wilde bussen, mocht dat niet. Op mijn 18de ben ik gaan studeren in Leuven en lid geworden van de 'Linkse Socialistische Partij’. Dat waren trotskisten.
Ik had het boek van Ludo Martens gelezen over een andere kijk op Stalin. Daar had ik zo mijn bedenkingen bij en heb me dus nog lang bij de trotskisten geëngageerd. Uiteindelijk vond ik dat die ter plaatse bleven trappelen, terwijl de PVDA … Ja, die hadden toen al 25.000 leden. In 2018 heeft Margriet Beenarts (n.v.d.r. huisarts Geneeskunde voor het Volk en arbeidsinspectrice) me vlakaf gezegd dat de PVDA me nodig had. Ik voelde me eigenlijk wel vereerd.”
Merkte je tegenstand toen je die stap zette? Verloor je vrienden?
Dat viel goed mee. Zelfs mijn ouders, die eerst fel tegen waren, bussen nu voor de PVDA. Het kan verkeren, he? Vrienden verloren? Nee, eigenlijk niet. Ik ben altijd gelovig én links geweest. Daar heeft nooit iemand zich aan gestoord. Ook niet binnen de partij. Ze weten dat ik godsdienstleraar ben en ik heb er nooit negatieve reacties op gehad. Ik denk dat, als je consequent christen bent, dan stem je PVDA. Ik heb moeite met mensen die zeggen: “Ik ben christen, dus ik stem CD&V”, terwijl de voorzitter zelf zegt dat het geen christelijke partij meer is.
Zijn er specifiek mensen die je hebben geïnspireerd?
Ik heb veel respect voor mensen als bisschop Romero van Salvador. Hij is vermoord, omdat hij geen blad voor de mond nam. Dat vind ik bewonderenswaardig en moedig. Als gelovige ben je in het voordeel. Ik zie het als een surplus, omdat je weet dat het niet eindigt met de dood. Maar ik heb ook grote bewondering voor Che Guevara en, op lokaal niveau, Staf Hendrikx. Staf was de eerste 'linkse' die ik leerde kennen toen ik bij de PVDA kwam. Een dokter die tegen een arbeidersloon leefde, dat vond ik bewonderenswaardig. Dat geldt ook voor Luc en Sarah, die nu bij 'Geneeskunde voor het Volk' werken.
Sommige van mijn leerlingen vinden dat artsen meer mogen verdienen omdat ze zeven jaar hebben moeten studeren.. Ze hebben niet moeten studeren, maar hebben mogen studeren. Het is een voorrecht, maar natuurlijk wel duur. Mijn ouders hebben drie studerende kinderen gehad. Ze werkten allebei, maar één loon ging wel volledig naar de studie van de kinderen.
Alles wordt duurder. Dat merk je op school ook: er zijn meer leerlingen met onbetaalde rekeningen. Ze proberen dat in stilte op te lossen omwille van de privacy. Daar hebben we als personeel geen kijk op.
Je ondervindt geen problemen als godsdienstleraar omdat je marxist ben?
“Niet echt. Ik zie wel meer rechtse tendensen bij mijn leerlingen, maar we kunnen er over discussiëren. Waar ik wél problemen mee heb, is racisme en homofobie. Dat is een groot probleem geworden. Een jaar voor de corona hadden sommige leerlingen sympathie voor ‘Schild & vrienden’. Toen ik zestien of zeventien jaar was, was het ‘not done’ om voor het Vlaams Blok te zijn. Dan werd je daarvoor uitgemaakt.
Er is nu een kentering, die me onaangenaam heeft verrast. Sinds corona is het helemaal doorgeslagen en is het nu ‘bon ton’ om te zeggen ‘is ben racist’, ‘homo dit’ of ‘homo dat’. Daar ben ik wel van geschrokken. Op dat gebied merk ik dat er iets verandert. Extreemrechts doet alsof zij links zijn en mensen trappen daarin.”
Heb je geen angst voor de toekomst als extreemrechts aan de macht komt?
“Je bedoelt dat geschreeuw ‘Linkse ratten, rol uw matten’? Voor ontslag ben ik niet bang. Ik ben niet door de school aangesteld, maar door het bisdom. Als godsdienstleraar, dus ambtenaar, kan ik niet worden ontslagen. Als ik niet vast benoemd was, zou ik in 2018 misschien niet zijn opgekomen op de lijst. Niet dat de directie van de school moeilijk zou hebben gedaan. De Vlaamse kerk is de meest progressieve kerk in de wereld wat homorechten betreft. Schepen Peter Vanderkrieken is bijvoorbeeld onofficieel met zijn partner in de kerk getrouwd en hebben zich als eerste homokoppel in Lommel laten inzegenen.
Ik ben niet bang dat ik te progressief ben, maar ik ben wél ongerust over het feit dat er nu mensen zijn die er openlijk voor uit komen dat ze fascisten zijn, met in hun achterhoofd ‘Als wij het hier straks voor het zeggen hebben, dan zullen er koppen rollen’. Fascisme is het laatste reddingsmiddel als het kapitalistisch systeem dreigt in te storten. Daar moeten we ons van bewust zijn.”
Zie je mogelijkheden om met anderen samen te werken?
“Ja. Bijvoorbeeld binnen het ACV. Ik ben militant, maar ik zou niet kunnen militeren voor CD&V, die een rechts beleid steunt met besparingen. Ze zeggen dat ze geen besparing willen op gezondheidszorg. Dat wil ik nog zien, he? Waarop besparen ze dan wel? Zij hebben ook mee goedgekeurd dat we langer moeten werken. Als ACV militant, kan ik dat niet begrijpen.
Als ik ’s ochtends in de spiegel kijk, dan kan ik zeggen dat ik consequent ben. Als je militeert voor ACV en CD&V, dat moet toch wringen? Die partij zegt ‘we zijn niet links, noch rechts’, maar het is vooral niet links wat ze zijn. Ze steunen het beleid van N-VA, en dat vind ik verkeerd. Ik hoop dat meer mensen de PVDA als alternatief gaan zien.
Natuurlijk is er tegenstand als we willen samenwerken. Bijvoorbeeld die opmerking van Conner Rousseau over Jos D’Haese als lijstvoerder "dat ze het niet fijn vonden dat PVDA zo’n agressieve campagne had gevoerd". De top van Vooruit heeft duidelijk een andere agenda.”
Politieke inzet gaat ten koste van je sociaal leven. Lukt het je om een grens te trekken?
“Ik had gehoopt dat het na 9 juni rustiger ging worden, maar het gaat voorlopig gewoon door vanwege de gemeenteraadsverkiezingen. Mijn vrouw heeft al een paar keer laten vallen dat ik het rustiger aan moet gaan doen. Het is belangrijk dat je je partner, je kinderen en sociaal leven niet verwaarloost en dat je begrip opbrengt voor iemand die, om welke reden dan ook, laat weten dat het even niet lukt. Maar je kunt niet aan de kant blijven staan. Het geloof inspireert me. Als christen ben je overtuigd dat je werkt voor een betere wereld en in de Bijbel staat dat je ervoor wordt afgerekend.
Er zijn rechtse stromingen ook binnen de kerk. Dat is voor mij misbruik van het geloof. Waarden en normen kunnen conservatief zijn en soms kan ik dat enigszins volgen. PVDA is bijvoorbeeld voor het recht op abortus en dan lijkt het klaar. Maar dat is me te zwart-wit. Met een abortus na 12 weken, daar heb ik het persoonlijk moeilijk mee. Vaak gaat het om vrouwen, die in een penibele situatie verkeren en niet is staat zijn om voor het kind te zorgen, om het een toekomst te geven. Een moraliserend verhaal van ‘Dat mag niet!’ helpt niet. Je moet zorgen dat zo’n vrouw uit haar penibele situatie raakt en dan wil ze misschien het kind wel houden.”
Tot slot: je staat op de derde plaats. Wat ga je doen als je wordt verkozen?
We hebben vijf speerpunten. Betaalbaar wonen vind ik persoonlijk erg belangrijk. Veel kinderen blijven thuis wonen uit financiële noodzaak. De gemeente moet daarin zijn verantwoordelijkheid nemen en niet, net als bij de bankautomaten, zeggen dat ze niets kunnen doen. Dat is dikke zever. Als ik in de gemeenteraad zit, wil ik met de voeten op de grond vertellen over hoe de gemiddelde Lommelaar het beleeft. Ze weten niet wat de realiteit is. Zoals bij het afschaffen van de sneldienst. Ik nam die elke week, hè? Dan krijg je als antwoord ‘Met de auto duurt het ook zo lang.’ Of die schepen Wieërs die zegt dat hij in Nicaragua met het openbaar vervoer is geweest. Wat is dat voor een vergelijking, zeg. Alstublieft, hè? Dat is frustrerend en daar wordt ik ontzettend kwaad van. Zeggen dat ze iets willen doen voor het klimaat en dan gaan bezuinigen op het openbaar vervoer!
Nu wordt de oppositie vaak smalend weggezet. Zoals bij de bankautomaten. Ze zaten Sooi uit te lachen toen hij erover begon, maar schrokken toen hij met de petitie kwam. Vanuit de oppositie zou ik er geen probleem mee hebben om, als de huidige meerderheid iets goed zou doen, dit ook goed te keuren. Ik zit niet in de politiek voor mezelf. Maar écht wel vanuit het idealisme voor de samenleving. Het gaat om de inhoud.
Benny AHLERS