Zelf Lommels nieuws insturen? Dat kan via lommelsegazet@telenet.be

Nieuwe rubriek 'Ontmoetingen'

Nieuwe rubriek 'Ontmoetingen'

Ik trek eropuit. Een doordeweeks praatje of een diepgaand gesprek, niet noodzakelijk een klassiek interview met vragen en antwoorden. Ik breng het verhaal op mijn manier. In dat opzicht zijn het meer dan ontmoetingen. Het zijn “ont-moetingen” waarbij niks moet en alles mag. We moeten immers al zoveel. Levensverhalen of losse babbels, luchtig, filosofisch, humoristisch of zwaar … alles kan zomaar - Danny Vandenberk

NATASCHA GEYSEN: GROOTS IN KLEINE DINGEN

Nadat eerdere afspraakpogingen in extremis mislukten, eerst door hevige sneeuwval, daarna door het plotse en enigszins traumatische verlies van één van mijn voortanden bij het verorberen van een pizza met daarop o.a. een niet ontpitte olijf, begeef ik mij op een druilerige donderdag via Het Pijnven naar Kerkhoven voor een ontmoeting met Natascha Geysen.

De regen stemt me niet droevig. Deze plaats biedt me immers uiterst zonnige herinneringen. In de verte zie ik Polypreen, de matrassenfabriek die er vandaag veel nieuwerwetser uitziet dan in de periode van 2008 tot 2015, toen ik hier elke zomer al slenterend passeerde tijdens mijn eenzame jaarlijkse wandeltocht van mijn toenmalige woonplaats Ham naar mijn ouderlijke huis in de Erfstraat in Lommel. Telkens als ik destijds het gebouw van Polypreen passeerde, keek ik met gemengde gevoelens naar het logo, dat met de kangoeroe, en vooral naar de woorden ‘Onvermoeibaar Veerkrachtig’ die ernaast stonden. Het contrast met mijn lichamelijke toestand op die momenten, na een slordige vijftien kilometer wandelen in vaak tropische omstandigheden en met de beklagenswaardige wetenschap dat de zwaarste acht kilometer nog op het programma stonden, kon niet groter zijn.

Voor deze eerste episode speel ik op veilig. Mijn drang naar schrijven en Natascha’s passie voor fotografie zorgden er jaren geleden al voor dat we geen onbekenden zijn voor elkaar. Uiteindelijk kreeg ik de eer om een aantal teksten te schrijven voor haar huwelijksceremonie met Thomas van de Weijer, waarschijnlijk de meest persoonlijke, pure en liefdevolle plechtigheid waarbij ik ooit aanwezig mocht zijn.

Het Lommelse publiek kent Natascha misschien van haar spraakmakende expo The Rails of Life (eind 2021) in het Huis Van De Stad of al vroeger, van haar bezigheden als vrijwilligster voor het Huis Van De Mens.

Dat sociale, zorgende en begripvolle typeert haar helemaal. Haar opvatting over fotografie is er eveneens van doordrenkt. Ze gaat op zoek naar gevoelens, schept een persoonlijke band en portretteert mensen op een buitengewone manier, helemaal vanuit een ‘samen-gevoel’. Ze is een visuele verhalenverteller die op een unieke manier belangrijke momenten uit iemands leven doet herbeleven en ze met veel zorg en kunde vastlegt. Een totaalervaring voor het gelegenheidsmodel én voor haarzelf. Vaak ontstaat er tussen beiden een gevoelsband, of alleszins een bijzondere herinnering.

Omdat ik Natascha ken en omdat ik weet dat ze er spontaan niet over begint, vraag ik haar of er een verband is tussen haar manier van fotograferen en haar slechtziendheid.

‘Ik ben in de eerste plaats een gevoelsmens,’ zegt ze na een kort moment van contemplatie, ‘en van daaruit doe ik wat ik doe en leef ik zoals ik leef, maar het klopt dat mijn leven een jaar of vijf geleden een andere wending heeft genomen. Ik kreeg geleidelijk meer en meer problemen met mijn zicht en in 2019 werd keratoconus (oogafwijking waarbij het hoornvlies langzaam kegelvormig en dunner wordt, hierdoor vermindert de gezichtsscherpte, n.v.d.r.) en later ook opticus neuropathie (aandoening die de werking van de oogzenuw beïnvloedt, n.v.d.r.) vastgesteld. Die combinatie zorgt voor een sterk verminderd zicht, gevoeligheid voor licht en vermoeidheid. Beterschap zit er in de toekomst niet in, integendeel, maar daar ga ik niet over treuren, anders mis ik het mooie van het nu en dat is zonde. Ondertussen ben ik in grote mate afhankelijk van mijn partner, want heel veel zaken die vroeger vanzelfsprekend waren, zijn nu onmogelijk geworden. Even naar de bakker gaan, de straat oversteken … Enfin, naar fotografie toe begrijpt de buitenwereld niet hoe ik erin slaag om zulke foto’s te maken. Vanuit mijn gevoel, zeg ik dan, al speelt Thomas ook een belangrijke rol. We zijn zo op elkaar ingespeeld dat hij ondertussen min of meer mijn ogen geworden is, zowel bij het fotograferen als in het dagelijks leven.’

Natascha kijkt me voortdurend aan en ik heb nooit de indruk dat ze geen aandacht voor me heeft of mijn gelaatsexpressie niet kan zien. Nochtans ziet ze amper de contouren van mijn gezicht en zie ik haar hoofd alleen bewegen als ik druk met mijn armen gesticuleer, hetgeen ik blijkbaar instinctief doe, maar hier en nu, door haar meevolgende hoofdbewegingen, word ik me er des te meer van bewust en probeer ik het achterwege te laten.

‘Het laatste wat ik wil is medelijden, maar ik krijg ook weleens reacties als ‘je bent niet blind, dus zal het allemaal zo erg wel niet zijn’ en dat is teleurstellend en frustrerend. Ik vind dat het probleem van onze maatschappij: er wordt toch o zo snel geoordeeld en veroordeeld. Volgens mij is dat gemakzucht. We stoppen iedereen vlug in een hokje en hun moeilijkheden minimaliseren we, zodat we er ons zonder gewetensproblemen niets meer van hoeven aan te trekken. Misschien draag ik er zelf toe bij. Ik voel een drang om zo zelfstandig mogelijk door het leven te gaan, al wordt het er niet gemakkelijker op. Gelukkig bestaan er ondertussen een paar hele goeie apps die heel wat dingen eenvoudiger maken, zoals berichten sturen met mijn smartphone bijvoorbeeld. Thomas is natuurlijk nog duizend keer belangrijker. Hij is zo lief en zorgzaam … We zijn een echte twee-eenheid. Dat is allesbehalve evident en dat besef ik heel goed. Ik doe mijn uiterste best, met de hulp van Thomas uiteraard, om mijn slechtziendheid niet te laten opvallen. De meeste mensen hebben het niet meteen door. Je ziet het ook niet aan mijn uiterlijk, wat natuurlijk niet wil zeggen dat mijn oogproblemen er niet voortdurend zijn.’

Zonder het te weten raakt ze bij mij een gevoelige snaar. Mijn autisme ziet ook bijna niemand. Het staat alleszins niet op mijn gezicht geschreven. Je kan het niemand verwijten, want in het leven leer je ermee om te gaan. Je tracht het onzichtbaar te houden. Je probeert niet op te vallen, noch uit te vallen in de maatschappij. Hoe beter je daarin slaagt, hoe groter de verwondering van de buitenwereld als je besluit om er toch voor uit te komen, en uiteindelijk hoe minder het begrip. Ik herken haar frustratie.

Ik besluit het over een andere boeg te gooien, wat niet zo evident is voor een beginnende interviewer. Ik wil weleens weten hoe het zit met haar ‘Lommel-gevoel’.

‘Dat is er wel degelijk. Omdat ik vind dat we boffen met de diversiteit en het grote aanbod dat hier aanwezig is. Op allerlei vlakken. Eerst en vooral hebben we prachtige natuur. Ik hou enorm van het bos. We gaan dan ook vaak wandelen in Kattenbos en Pijnven is hier ook vlakbij. Daarnaast is er in Lommel ook veel aandacht voor cultuur en het verenigingsleven en er zijn heel wat sportmogelijkheden. In het centrum is het best gezellig en er worden allerlei leuke evenementen georganiseerd. Wij hebben het hier zo goed. Alles is netjes geregeld. We hebben niets te klagen, maar we doen het desondanks heel snel. Het neigt naar verwendheid. Dat stoort me soms, maar ach … de ideale wereld bestaat niet, zeker?’

Wat volgt is een filosofisch gesprekje, waarna ik mijn bewondering uit voor haar klare kijk (uiteraard een ongelukkig gekozen uitdrukking, maar we kunnen er allebei hartelijk om lachen) op de maatschappij en het leven in het algemeen. Ik zit tegenover een vrouw die helemaal in balans is met zichzelf, een gevoelige vrouw die pleit voor realisme en die, als de omstandigheden erom vragen, harde standpunten kan innemen. Het valt me op dat ze over alles een weloverwogen mening heeft en nooit met de mond vol tanden staat (ook al een ongelukkig gekozen uitdrukking, gezien mijn recente pizza-traumatische ervaring).

Uit het niets vraag ik dan maar of ze een idool heeft. Totaal onverwacht zegt ze, na amper twee seconden: ‘Mijn grootvader. Van hem heb ik ontzettend veel geleerd. Op familiefeesten zat hij vaak ergens in een hoekje stilletjes te glimlachen en te genieten van de sfeer. Alles had hij gehoord en alles had hij gezien. Genieten van de kleine dingen in het leven, dat was zijn levensmotto. Dat probeer ik ook dagelijks te doen en dat lukt me prima. Een beetje bezig zijn in mijn tuintje, de dieren verzorgen, in de zomer op mijn schommelstoel zitten en luisteren naar de vogeltjes die in het waterbadje komen spelen, genieten van het kleurspektakel in de avondlucht na een regenachtige dag, samen met Thomas op zoek gaan naar regenbogen …’

Misschien sta ik zelf te weinig stil bij al het moois dat de natuur biedt, denk ik bij mezelf en maak het voornemen daar in de toekomst meer aandacht voor te hebben. Ah ja, de toekomst! Even vragen wat Natascha daarvan verwacht.

‘Eerst en vooral ga ik binnenkort aan de slag bij de Vlaamse Ooglijn, een organisatie die mensen met oogproblemen en hun omgeving bijstaat en een luisterend oor biedt, eventueel anoniem. Op die manier kan ik van thuis uit mensen telefonisch helpen. Dat lijkt me heel zinvol. Voorlopig ga ik dat een halve dag per week doen.

Verder ga ik vooral blijven genieten van de kleine dingen des levens. Ik ontdek nog elke dag nieuwe. En wat nog? Wel, gewoon mezelf zijn en blijven. Mijn levensquote is ‘No one is you and that is your superpower’, het unieke van elke persoon is zo verrijkend. Het geeft kleur aan ons bestaan.’

Qua afsluiter kan dat tellen. Ik kijk op mijn horloge en constateer tot mijn verbazing dat we bijna drie uur gepraat hebben. In mijn beleving leek het amper een half uurtje.

Een vriendschap die vandaag weer een stukje hechter geworden is, zou zoiets ook bij die kleine dingen des levens horen?

Danny Vandenberk