#17 Autofictie: fictie, realiteit of beide?

Wanneer realiteit fictie wordt en de grenzen vervagen.
Ik ben al vele jaren aan een roman bezig. Ik heb materiaal: diverse scènes, een concept, personages, een structuur en dat zowel voor een young adult als een roman voor volwassenen. Maar vooral het laatste valt me zwaarder dan ik dacht. De volwassenenroman draait rond een heel persoonlijke queeste. En daar bots ik tegen grenzen, want in hoeverre kan ik het autobiografische toelaten en wordt het autofictie?
Auto wat?
Of is autofictie nu eenmaal mijn genre? Ik volgde er onlangs een lezing over, maar de schrijvers die er waren, waren er niet echt mee bezig. Want ja, als schrijver, schrijf je toch gewoon. Genres zijn er genoeg, zoals fantasy, thriller en sciencefiction – als kaders om daarin lekker je fantasie uit te leven. Zo is dit ook in dit meer literaire genre: autobiografie en fictie gemengd, de autofictie. Een manier waarop de auteur zeer introspectief kan schrijven en tegelijk zichzelf beschermt van wat de lezer als waarheid zou durven zien. En daar heeft elke schrijver wel ergens een mening over.
Voor mij is dit autofictie: je ontkomt nu eenmaal niet aan de fictie, van het moment iets een herinnering is, vervaagt de waarheid en begint het een eigen leven te leiden. Zo is het ook vanaf het moment dat je begint te schrijven. Al is het maar de woorden die je kiest en het kader waarbinnen je de dingen opschrijft, en tot slot de manier waarop de lezer het interpreteert. Wat wel verschilt met andere genres, is dat je bij autofictie meer vanuit je intieme zelf schrijft binnen een bepaald thema, in plaats vanuit een op voorhand zorgvuldig gecreëerd fictief personage in een fictieve wereld. Zonder dat je biografisch over je leven vertelt, want dan heb je het over een autobiografie. Maar ook dat is voor een deel fictie, net door de keuzes die je maakt.
Omdat je in een fictief verhaal net heel dicht bij jezelf blijft, kunnen die grenzen echter vervagen – dat kan verwarrend en confronterend zijn, niet alleen voor de lezer, maar ook voor de schrijver, als een grote spiegel die je jezelf voorhoudt.
Rebellerend schrijven
Voor mij is het de enige grote rebellie die ik als schrijver kan doen tegenover alles wat fake is of gecreëerd wordt door AI. Schrijven vanuit mijn eigen authentieke zelf, met alle lagen erop en eronder en alle mogelijke brillen die ik op heb als mens, brillen die ik ook mijn personages opzet. Het is een rol die je als schrijver opneemt, een rol waarbinnen ik me nog het beste voel, samen met de rol van vader en leraar. Maar als schrijver moet je je wel beschermen tegen het exhibitionisme van de media, die je al snel het gevoel geven dat je van alles moet opbiechten. En nee, dat moet niet en dat wil ik niet.
Het zit zo, als schrijver ben je wie jij bent en je schrijft wat je schrijven wil, dat is de vrijheid van jou als schrijver. Geen censuur, geen zelfcensuur. Gewoon schrijven, en alsjeblieft lieve lezer van die woorden, neem het niet te serieus. Een schrijver schrijft geen bijbel, maar een verhaal.
Want als schrijver mag je liegen, bedriegen, van paden afwijken en de waarheid spreken tegelijk. Dat is de essentie. Dat is deel van de kunst, van je roman, van je verhaal, van het schrijverschap.
Bart Vermeer
Artikel delen
Volg ons op Social Media
Nieuws insturen
Zelf Lommels nieuws insturen? Dat kan via lommelsegazet@telenet.be
Lees meer over Getuigenissen uit een schrijversleven

#16 Fastfoodtijden en fastfoodschrijven

#15 De tijd en de schrijver

#14 Schrijven is uitgeven

#13 Schrijver zoekt uitgever, manuscript zoekt schrijver
