Zelf Lommels nieuws insturen? Dat kan via lommelsegazet@telenet.be

Zestig jaar getrouwd – vroeger

Zestig jaar getrouwd – vroeger


Vooraf moet je wel weten dat de mensen van nu ongeveer 10 jaar langer leven als deze mensen die rond de jaren vijftig, zestig, hun gouden of diamanten bruiloft vierden en al veel ‘geleden’ hadden. Maar Koob en Gonneke Flament maakten er één groot feest van. Achter het ouderlijk huis werd een grote tent opgetrokken. De ‘voorlopers’ van de Overmaai en de Broekkant gingen de huizen af voor een bijdrage en het grote feest kon beginnen. Boeren maakten de platte wagen schoon, hingen vanachter één grote bak voor ijs met bier, want dat kon wel efkens duren, de vrouwen maakten slingers en bloemenroosjes om de boompjes in de straten te versieren. En de kinderen droegen borden met teksten op, wat er zoal in het leven van de jubelarissen was gebeurd.

Zaterdag om 8 uur op post, want we moeten om 11 uur in de kerk zijn. Ik vergeet het nooit. De grootste beginneling in het vak. Moest ik met Fientje Schildermans ‘Het jonge paar’ uitbeelden. Ik had dat kind nog nooit in haar ogen gekeken. Daarna volgden de versierde wagens. Die naargelang het thema dat ze moesten uitbeelden ook bevolkt waren. De geboorte van hun eerste kind met Meter en Peter, die n og altijd de geboorte aan het vieren was. In het dorp was er iemand bereid gevonden om het blèten van de kleine na te doen voor een fles jenever. Dan volgden de wagens met ‘het dagelijkse leven’ in huis. Dit was vooral een vrouwenwagen, kwestie van gelijkheid. Het melkhuis, met de melkkannen en de boterkarn, waar de toeschouwers van de afgeroomde melk mochten proeven. En dan de wagen waar ze ’stroojken trek’ moesten voor doen, en wel op voorwaarde dat er bij de terugtocht andere kandidaten mochten meerijden was het binnenhalen van de oogst. Jonge meiden en mannen met beginnende snorharen haalden méér binnen dan hooi dat ’s avonds bij de meisjes nog in de haren zat. En dan de mannen van ‘De Broekkant’ Die wilden hun traditie niet loslaten want Koob was vroeger ook ne kogelraper en stroper geweest. Ze hielden het in hun eerste wagen bij kogels rapen, en zo ging er soms onverwacht een voetzoeker af in de toeschouwers om wat leven in de brouwerij te brengen. De mannen van Leten waren daar specialisten in. De tweede wagen was de stroperswagen. Dode konijnen en hazen aan weerszijden van de wagen afgezet met brem, waar af en toe Louis Cools zijn hoofd doorstak, en met zijn geweer een losse flodder afvuurde op de wagen van de kogelrapers. De laatste wagen was de auto met Koob en Gonneke waar kinderen als kommunikantjes met een lint de kroon vasthielden.

Na de stoet hoorde ik een van de kindjes zeggen: "Mama dat is toch wel vermoeiend altijd die auto moeten vooruit trekken". Daarachter de ganse familie. En zo trokken wij allen verkleed en met het beste humeur richting kerk. Daar werd de stoet voorlopig ontbonden. Het serieuse volk trok de kerk binnen, het andere bij den Hollander of Lieza v.d.Bakker. Na de mis toerde de stoet dan nog eens terug door het dorp, richting ouderlijk huis, waar de fanfare klaarstond om een hulde te spelen aan de jubelarissen. Iedereen die bij de zaak betrokken was mocht mee aan tafel en ’s avonds was er één groot boerendansfeest met muziek. Op zondag was het nog volle bak, en er waren erbij die nog niet naar huis geweest waren. De dag daarna druppelden zij die nog konden terug naar de tent om af te breken, en om den overschot op te drinken. Zo ging dat in de jaren zestig...

Bron - tekst & foto's: Louis Schillebeekx