Jaren zestig... voor de meisjes van de Vennen

Jaren zestig... voor de meisjes van de Vennen

Het laat me niet los. Al dagen loop ik rond met een vreemde gedachte. Ik ben jarig op het einde van de maand. Dat is op zich niets speciaals. Maar het cijfer dat de dag bepaalt spookt door mijn hoofd. En nu heb ik mijn besluit genomen. Ik heb morgen een afspraak in Kalmthout met Professor Barabas. Hij gaat mij in de teletijdmachine stoppen en voor één week-end het getal omdraaien. Hij gooit mij terug naar de jaren zestig, en zal voor mij de geschiedenis terugdraaien.

Die beelden die jarenlang in mijn geheugen lagen te slapen. Maar echt vergeten kon ik ze niet. En ik neem al die jonge mensen van toen weer eventjes mee naar die tijd. We leefden in een wereld van verandering. Jongeren wilden vrij en zelfstandig zijn. Waar vroeger de ouders alles bepaalden zouden we dat nu wel zelf doen. Werk was er in overvloed. De jongens trokken naar de fabrieken. De meisjes werden met busjes opgehaald voor het werk in Holland, bij Philips, Bata en in de sigarenfabrieken, leerden ze nog wat bij van de Hollandse vooruitgang.

Naar de kerk ging je nog, om je ouders geen slechte naam in het dorp te geven. Met je vrienden lag je in het portaal tegen de muur het week-end te bespreken. En even later zaten ze in het café rechtover aan den toog. Op vrijdagnamiddag was je met je kop al niet meer bij het werk. ’s Avonds zat je voor het radiotoestel naar de top-twintig te luisteren. Een nieuwe soort muziek waaide vanuit Amerika naar Europa over. Kledij veranderde van stijl. Jongens in spijkerbroeken en meisjes in mini rokjes en hoge kapsels. Dansen was niet meer het zwierige draaien van weleer. Er waren dansen bij die wij nooit voorheen ergens gezien hadden.

De tegenstelling van de jongeren uit de cités, die op zaterdagnamiddag voetbal speelden, en wij die thuis nog moesten helpen op de boerderij kon je later op de avond bij het dansen in de Graciella of Mectop wel opmerken. Want dat waren voor velen van ons op zaterdagavond ‘the places to be’. Het was een plek waar liefdes opkwamen en weer weggingen. Want iedere jonge mens draagt in zich het beeld van die ene ideale man of vrouw. Naar dat beeld zal hij of zij steeds op zoek zijn. Maar ook een plaats waar vele herinneringen voor later werden gemaakt.

En dan op zondag de vele kermissen die in elk dorp gevierd werden. Met cafés, waar getrouwde mensen, en tooghangers naar Rikske en Fikske die in een hoekske zaten te spelen, hun verhalen van vroeger telkens jaarlijks opnieuw vertelden. Maar ook de tenten, waar het jonge volkje elkaar terug ontmoette. We trekken opnieuw met de fiets, samen met de kameraden erop uit. We vertellen van gisterenavond. Zou die, met dat blonde haar er ook zijn? We vragen aan elkaar of er afspraakjes zijn gemaakt. Op zondagnamiddag hadden we ons al wat moed ingedronken in onze stamcafé. Dansen was onze sterkste kant niet. Jonge mannen die in de week gewoon waren om achter het gat van het ‘pjerd’ te lopen. Daar kan je niet direkt achterwaardse, linkse, of rechtse sierlijke danspassen van verwachten. Maar we willen onze kansen niet missen. We schuiven aan bij het loketje, betalen en krijgen een stempeltje. En eens binnen zien wij die nieuwe wereld, geheel anders als die van peerdenstallen. Staan opnieuw samen aan de lange ‘biertoog’, en vergapen ons aan het interieur, en de mooie meisjes.

Geheel rond in de tent staan er een soort loges of chambrettes, waarin families hebben plaats genomen zodat de moeder de dochters in de gaten kunnen houden. Die van de cités, staan het hoge woord te voeren. En achteraan in het midden staat dan Joske Harris met zijn vijf- mansorkest. Ze tikken al eens tegen een of andere snaar van de gitaar, en een jengelend geluid vliegt door de tent. De man van het blaaswerk toetert al eens op zijn tuba, en wuift naar de een of andere bekende in de zaal. Test, test, alles in orde. Joske begroet alle mensen, en het feest kan beginnen.

Als inzet een wals, om de ouderen wat te plezieren en in goede stemming te brengen voor alles wat nog moet volgen. De muziek kriebelt al eens over je benen, en in je hoofd denk je. Bij de volgende waag ik mijn kans. Je hebt stiekem je keus al gemaakt voor als het ‘nen trage’ is. En die mannen van het muziek weten dat. Een’ trage’op aanvraag’ zegt Joske en kriskrassend rennen jonge lijven door elkaar op zoek naar ‘het geluk’. Het licht op de dansvloer verliest aan volume, en we durven al wat meer. Dichter en dichter, en je rechterarm die al eens een opwaartse of neerwaartse beweging durft maken. Voila, ik heb het te pakken. Het meisje zegt ‘merci’ en ik zeg tot ‘subiet’, en ze kijkt me na. En dan begint de miserie van zotte dansen. Die van de cités, zetten hun jokers in. Draaien achter elkaar door, de armen boven het hoofd, en weer terug. Dat noemen ze rock and roll.

We zullen nu maar een pint drinken, en wachten op beterschap. Joske kijkt eens rond en gooit Chubby Checker op de dansvloer. Er beginnen een drietal jonge meisjes vreemde bewegingen te maken. We bekijken hoe het in zijn werk gaat, en dat moeten wij ook kunnen. Het is iets meer zoals mijn broer zijn Vespa doet aanslaan, maar dan met twee benen. En weldra stampt iedereen mee, en toeren we met onze Vespa over het parket. Het muziektempo wordt wat opgedreven, maar gelukkig is er opnieuw ne ‘plakker’. Een trage is altijd iets meer dan geschuifel en geplak op het parket van de dansvloer. Zou die van daarstraks er nog iets voor voelen. En jawel, ze kijkt in mijn richting. Ik knik, en we zijn vertrokken. De chemie slaat aan. Een trage is altijd wat meer dan geschuifel. Je fezelt al wat woordjes in haar oor, en ze zegt dat ze het ook warm heeft. Een heel goed voorteken.

En dan eindelijk de ‘Kuskesdans’. Achter elkaar aan hossen in de ronde kan iedereen. Twee maal zit je op de dansvloer om te kussen met die van daarstraks, en als het gehos over is, sta je met haar in je armen en durf je het te vragen. Willen we samen iets gaan drinken. Je voorzet is gegeven, nu nog het doelpunt. Je klit de ganse avond samen, verlaat de tent om eens over de kermis te trekken. En je weet al wat meer van elkaar, en je voelt je gelukkig. En als ze spreekt van naar huis te rijden, vraag je het. Mag ik mee? Twee gelukkige jonge mensen op de fiets samen in het donker naar de weg die liefde noemt..

Ik hoop dat het voor jullie allemaal, zo ook mocht gaan. Die hier of daar op een kermis in een danstent de liefde vonden en dat jullie samen ook gelukkig bent geworden. Zaterdag ben ik jarig. Ik hoop dat professor Barabas nog niet alles van Parijs heeft gezien en dat hij na het week-end in de Moulin Rouge blijft hangen. Groeten, Louis

Louis Schillebeeckx

💡
Heb je een tip, zag je een foutje, of heb je zélf oude foto's? Laat het ons weten via lommelsegazet@telenet.be