Infomoment aan ecoduct

Infomoment aan ecoduct

Vandaag was er een infomoment gepland aan ecoduct Waaltjesbos. Een unieke gelegenheid want het ecoduct is ontoegankelijk voor mensen en mocht dus enkel uitzonderlijk tijdens dit bezoekersmoment bezocht worden. Het is belangrijk om het ecoduct af te schermen van de mens omwille van de verstoring die de mens daar kan veroorzaken.

Ecoduct als oversteekplaats en verbinding van tienduizenden hectare natuur 

Tijdens een korte inleiding legde Pieter Cox, coördinator Natuur, Klimaat, Ruimte en Omgeving bij Nationaal Park Bosland het belang en de functie van het ecoduct uit.

Een ecoduct is een brugachtige constructie die dieren toelaat een (snel)weg of obstakel veilig over te steken. Denk maar aan reptielen, amfibieën en vlinders, zoals de gladde slang, rugstreeppad, heikikker en heivlinder. Maar ook robuustere zoogdieren, zoals een wolf, ree, vos, everzwijn en das. 

Het ecoduct Waaltjesbos verbindt de natuur van het Kristalpark en het Waaltjesbos en creëert zo een ecologische link tussen de grotere natuurgebieden Pijnven/Kattenbos en Sahara/Blekerheide. 

De ligging van het ecoduct is heel bewust gekozen: hier komt een groene as samen die anders zou worden afgesneden door bebouwing en infrastructuur en er voor zou zorgen dat de dieren geen doorgang zouden hebben van noord naar zuid.

Naast de bouw van een ecoduct werden er in de directe omgeving ook andere initiatieven genomen. Zo werd door natuurpunt en LRM industriegebied omgezet tot natuurgebied, droeg  Silbelco bij door verbindingen te creëren tussen bestaande natuurgebieden op hun eigendommen en wordt er ook van andere bedrijven verwacht dat ze hun terrein zo natuurvriendelijk mogelijk aanleggen.

Het ecoduct Waaltjesbos staat niet op zichzelf maar, maakt deel uit van een netwerk van ecoducten en ecovalleien die Limburg, Nederlands Limburg en zelfs verder met elkaar verbinden. Zonder dit soort verbindingen raken populaties geïsoleerd, met verlies aan genetische variatie en afnemende biodiversiteit als gevolg..

Naast deze verbinding is deze corridor ook een oversteekplaats voor dieren over de drukke gewestweg N71 (waar je 120km/u mag rijden!). In totaal wordt zo tienduizenden hectare natuur aan elkaar gelinkt. 

Het ecoduct beschermt niet alleen dieren, maar verhoogt ook de verkeersveiligheid en dus ook de veiligheid van mensen. Aan beide zijden van de N71 werden ecorasters geplaatst die de oversteek van dieren op deze plekken belemmeren en hen geleiden naar het ecoduct, waar ze veilig kunnen oversteken.

Inrichting ecoduct
Het ecoduct wordt zo ingericht dat de verschillende diersoorten zich thuis voelen. Er komen verschillende zones.  Dit alles vraagt nog wel wat tijd. Momenteel lijkt het nog een grote zandvlakte maar, stilletjes aan komt daar verandering in.

Boswachters en vrijwilligers werken voortdurend aan een geschikte inrichting. Dit door het weghalen van ongewenste soorten zoals de Japanse duizendknoop en het inzaaien van soorten die voor beschutting en voedsel kunnen zorgen voor kleinere en grotere diersoorten.

De stapels takken die je overal ziet liggen breken enerzijds de wind (die ook nog versterkt wordt omdat je in de buurt bent van windmolens) en anderzijds bieden ze beschutting aan marters, reeën,…

Gebruik van ecoduct
Al zeer kort na de opening toonden camera’s en sporenonderzoek aan dat de dieren hun weg naar het ecoduct kunnen vinden. Als eerste werden er everzwijnen gespot! 

Vandaag, tijdens het infomoment konden de ongeveer 30 aanwezigen  zelf op sporenonderzoek om zich een beeld te vormen van de soorten die reeds gebruik maken van het ecoduct.  Boswachters  Eddy Ulenaers en Bert Geraerts namen ons mee op pad en we ontdekten op het ecoduct duidelijke pootafdrukken van onder andere een everzwijn, een ree en zelfs van een hondachtige - misschien wel een wolf – wie weet. Misschien een beetje jammer van de droge ondergrond waardoor de afdrukken minder zichtbaar waren. Sporen zijn niet alleen afdrukken van poten in het zand, maar ook bijvoorbeeld de uitwerpselen van de dieren. De 2 aanwezige, gediplomeerde sporenonderzoekers wisten ons niet alleen te vertellen van welk dier, welke uitwerpselen waren maar, konden daarnaast ook info geven over wat de dieren gegeten hadden. We zagen duidelijk de uitwerpselen van konijnen, maar ook van marters en misschien zelfs een wasbeer.

Er wordt ook samengewerkt met universiteiten om alle gegevens in kaart te brengen. Zo werkt men met het internationale Motus-netwerk – antennes die zenderdata opvangen over een heel groot gebied en zo zeer nuttige info verzamelen over de dieren en hun trekbewegingen.

Aan het einde benadrukte Pieter Cox nog het grotere plaatje: “Het ecoduct Waaltjesbos is een investering in de toekomst – niet alleen voor de natuur, maar ook voor ons als samenleving. Hier krijgen dieren de ruimte om veilig hun weg te vinden, en wij mensen mogen dat enkel vanop afstand respecteren.”