Hokjes, stempels en verwachtingen

Hokjes, stempels en verwachtingen

Er zijn mensen met een duidelijke identiteit. Ik hoor daar zelf niet bij. Geboren in Bulgarije, getogen in België, met een Brits paspoort, een langeafstandshuwelijk met een Egyptenaar, bekeerde moslima en activiste. Sommigen zeggen dat die dingen niet samengaan, maar toch ben ik hier. In een vorige column had ik het al eens over hokjesdenken, maar dit keer wilde ik er dieper op ingaan. Mijn hele leven word ik al in hokjes geduwd en krijg ik stempels opgeplakt die mij eigenlijk totaal niet representeren. Daar horen uiteraard ook verwachtingen bij, waar ik vaak niet aan voldoe. 

Soms pakt dat positief uit. Dan overtref ik iemands verwachting, omdat ik perfect Nederlands spreek. Dat dit in principe mijn moedertaal is, gaat niemand van uit. Ik draag een hoofddoek, dus dan zal ik wel Arabisch of Turks spreken, eet ik vast couscous en ben ik waarschijnlijk uitgehuwelijkt, misschien wel aan mijn neef. Mijn man is Egyptisch, dus dan ben ik dat zeker ook. Dat ik Engels, Bulgaars of gewoon Belgisch ben, komt bij niemand op. Ze vragen het ook niet. Ik merk zelfs dat bekenden een nationaliteit kiezen op basis van wat ze het meest ‘appetijtelijk’ vinden: in België ben ik Brits, in Egypte Belgisch, maar niemand stelt me ooit als Bulgaars voor, tenzij om aansluiting te vinden met andere Oost-Europeanen. Vanmorgen nog vertelde ik een kennis dat ik na een half jaar kennismaken getrouwd ben, en kreeg ik meteen de reactie dat dat wel erg vroeg was. “...maar dat is zeker normaal in jouw cultuur.” Ik knikte maar. Geen tijd om om acht uur ’s ochtends mijn levensverhaal uit de doeken te doen.

Die stempels kunnen ook een verschil maken in hoe je behandeld wordt. Daarom noemt Hamid zichzelf online liever “Bert” als hij een auto wil kopen. Bert klinkt vertrouwd. Hamid niet. Roza verfde haar donkere haren blond toen ze in Amerika woonde, omdat men haar naam en uiterlijk anders zou linken aan Mexicaanse afkomst en ze dan voor de schoonmaakster zou worden aangezien. Mijn moeder vertelde vroeger altijd dat ze Duits was. Ze sprak de taal perfect en wist dat Duits zijn mensen geruststelt. Duits is proper, modern, efficiënt. Bulgaars roept bij velen vooral achterdocht op. Een Albanese kennis met een Italiaanse naam zegt liever dat hij Italiaan is. Hij is nog Nederlands aan het leren en met Italianen hebben mensen meer geduld, want die linken ze aan de Amalfikust, gezelligheid en pizza. Albanezen aan criminaliteit.

Nu ik een hoofddoek draag, denkt men alles over mij en "types zoals ik" te weten. Maar mensen zoals ik bestaan in alle vormen: luid, stil, rebels, traditioneel, feministisch, Vlaams, Marokkaans... Onlangs kwam ik zelfs een christelijke dame met een hoofddoek tegen. Is zij ook een type zoals ik, of is dat dan weer anders? Toen ik dit eens aanhaalde in een discussie, zei iemand tegen me: “Ik kan je zo aanwijzen wie de moslim is en wie de christen.” Als ik mijn hoofddoek niet droeg, durf ik te wedden dat hij haar als moslima zou hebben aangeduid, vanwege haar getinte huid en donkere kenmerken. Er zijn tenslotte ook veel moslimas die geen hoofddoek dragen; er zijn zelfs moslimas met rood haar, blauwe ogen en sproetjes.

Dit gebeurt ook als ik in Egypte ben. Wanneer mijn man een agent aansprak om te vragen waar de Britse ambassade is, antwoordde hij: ‘De Syrische ambassade is de andere kant op.' Want ja, een vrouw met een hoofddoek kan geen Europeaan zijn en ze is wél heel erg wit, dus zal ze wel uit Syrië komen, want daar zijn ze wit. Aan de luchthaven wordt nog enkele keren nagevraagd of ik geen Tunesisch, Syrisch of Libanees paspoort heb en of ik écht geen Arabisch spreek. Ik voldoe niet aan de verwachting en dat roept achterdocht op.

Tenslotte doe ik het zelf ook, en daar ben ik me heel bewust van. Toen ik me enkele maanden geleden in groepen met oudere Vlaamse mensen bevond, was ik aangenaam verrast door hoe positief en snel ze me als gelijkwaardig opnamen. Als ik deze mensen op straat had gezien, was ik er zeker van geweest dat ze niets met mij te maken wilden hebben. Die gedachten kwamen voort uit mijn eigen hokjesdenken. Dat was voor mij een echte eyeopener. Zulke momenten gun ik anderen ook, want ze laten zien dat we veel meer met elkaar gemeen hebben dan we denken. Het leven is niet zwart-wit, maar speelt zich af in alle tinten grijs daartussen.

In deze column wil ik niet het cliché zijn dat mensen van mij verwachten: de moslima met hoofddoek, de buitenlander, het stereotype. Want dat ben ik niet. Ik ben uniek, met al mijn verschillende identiteiten, en ik wil mezelf kunnen zijn zonder in een hokje gedrukt te worden. Ik probeer mijn verschillende stemmen niet langer stil te houden, maar juist met trots te laten horen wie ik ben. Waarom zou ik delen van mezelf achterhouden om het voor anderen makkelijker te maken? Dat is niet wie ik ben, en dat wil ik ook nooit zijn. Ik ben gewoon mezelf en dat plezier gun ik iedereen.

Maryam Khair