Een weekend met twee gezichten van oorlog

Een weekend met twee gezichten van oorlog

Tussen de verschrikkelijke beelden uit oorlogsgebieden als Gaza en Oekraïne, beleefde ik dit weekend een dubbel gezicht van oorlog. Zaterdag bezochten mijn vrouw en ik de Duitse militaire begraafplaats in Lommel, onder leiding van gids Guy Cardeynaels.

We behoren beiden tot de generatie van vlak na de oorlog en komen uit een regio waar gruwelverhalen over nazi’s, collaborateurs en het verzet daartegen geen verre geschiedenis is, maar deel van onze opvoeding.

Op de eerste verjaardagsvisite bij de ouders van mijn toenmalige vriendin, vertelde ze me dat haar oom - de man die tegenover mij zat - aan het ‘oostfront’ zijn been was kwijtgeraakt. Zijn racistische tirades maakten pijnlijk duidelijk dat hij nog steeds een overtuigd nazi was en riepen bij mij de wens op dat de Russen een beetje beter hadden moeten mikken. Niet dat wij van mening zijn dat alle Duitsers nazi’s waren en dus anti-Duits zijn. Daarvoor hebben we veel verhalen en herinneringen gehoord over gevluchte politieke gevangenen en joden die in onze regio met veel gevaar de grens waren overgestoken.

Verhalen over hoe ze werden geholpen en met gevaar voor eigen leven verborgen gehouden. Maar een bezoek aan een kerkhof met duizenden gesneuvelde SS’ers? Dat stond niet hoog op mijn verlanglijst.

De rondleiding was anders dan verwacht: geen droge feiten met zwart-wit foto’s van executies, oorlogsgeweld en massagraven, maar genuanceerder en relativerend. Het was een verhaal over ‘de mens’ in de oorlog, die zich in een aantal gevallen beestachtig gedroeg, maar vaker tegen zijn zin geen andere keuze kreeg dan naar het front te gaan.

Guy Cardeynaels is een boeiende verteller die in een snel tempo en met veel humor de geschiedenis levendig maakt door achtergrondverhalen over soldaten die daar hun laatste rustplaats hebben gekregen. In zijn boek ‘Stad der doden’ beschrijft hij tien mensen, die in een ‘afscheidsbrief’ vertellen hoe ze stierven voor Hitler. Waar kwamen ze vandaan, wat hebben ze gedaan en hoe kwamen ze hier terecht?

Gesprekken met getuigen en overlevenden, met jonge en oudere mondige bezoekers en onderzoek naar de geschiedenis van een aantal van de bijna 40.000 zwijgende bewoners leveren niet alleen een boeiend verhaal op over de diversiteit van de mensen die hier begraven zijn, het laat je ook beseffen dat velen van hen evenzeer slachtoffer waren van het brutale naziregime.

Bijvoorbeeld zijn onderzoek naar de man op een foto, die twee jaar geleden poseerde naast ‘zijn’ graf. Of het verhaal van 16-jarige jochies, die voor een speciale Waffen-SS jongerenbrigade werden geronseld en naar onze regio werden gestuurd, maar geen boodschap hadden aan de nazi-ideologie en de militaire training. In een kwajongensachtige bui hadden ze bij een boer een kip gesnaaid, geplukt, op een houtvuurtje gebraden en opgepeuzeld. Eenmaal betrapt, werden ze voor een bijeengeraapt tribunaal als ‘voorbeeld van slecht gedrag’ tot dood veroordeeld en ten overstaan van hun hele ploeg geëxecuteerd.

Of omtrent de sociaaldemocratische verzetsman die uiteindelijk werd gepakt, aan het front in België belandde en vlak voor het einde van de oorlog door stom toeval om het leven kwam. Op een foto van de lijkkist van de antifascist prijkte het hakenkruis, omdat hij ‘heldhaftig voor volk en vaderland’ had gestreden. Dit verhaal, naast vele andere, werd veel smeuïger door onze gids verteld.

Voor wie hem niet kent: op 11 maart dit jaar stond in Lommels Gazet een artikel over de boekvoorstelling van hem: Stad der Doden - Guy Cardeynaels 

Natuurlijk relativeer ik zijn verhaal tegen de achtergrond waarin ik ben opgegroeid. Maar hoe dan ook, het was een boeiende rondleiding. Wie meer wil horen: op 18 september 2025 vertelt Guy Cardeynaels in het Raadhuis opnieuw over zijn boek en onderzoek. Zeker de moeite waard!

Het tweede gezicht over oorlog? Dat gaat over de brief die minsiter Francken rond wilde sturen naar alle Belgische 17-jarigen, maar gelukkig door de Raad van State werd tegengehouden. Het leger van België heeft eigenlijk geen behoefte aan de jongeren. Misschien vinden ze plek voor 500, maar daar gaat het ook niet om. De bedoeling was om jongeren mentaal voor te bereiden op een samenleving waarin de machthebbers duidelijk maken dat oorlog onontkoombaar is.

Of zoals kamerlid Peter Buysrogge (N-VA) reageerde op het kritisch advies van de Raad van State: "Het advies van de Raad van State nemen we ernstig en we zullen het voorstel waar nodig bijsturen, maar mijn ambitie blijft overeind: alle jongeren van 17 jaar aanspreken met een brief die hen uitnodigt om vrijwillig een jaar bij het leger te dienen, in een traject dat goed omkaderd en correct vergoed is. Wij zijn ervan overtuigd dat dit niet alleen nodig is voor onze veiligheid en weerbaarheid, maar jongeren ook een unieke levenservaring biedt."

In plaats van te protesteren tegen genocide, racisme, discriminatie en de rampzalige gevolgen van de klimaatverandering, moeten - volgens de club van Bart de Wever - jongeren worden opgeleid om oorlog te beschouwen als ‘unieke levenservaring’.

Dit weekend maakte me nog eens duidelijk hoe gevaarlijk het is als we oorlog normaliseren. De Duitse militaire begraafplaats toont hoe tienduizenden, vaak jonge, mannen – sommigen daders, velen slachtoffers – hun leven verloren voor een waanidee.

We hebben geen nieuwe ‘stad der doden’ nodig. Niet in Gaza, niet in Europa, nergens. Het is hoog tijd dat we de logica van oorlogswaanzin doorbreken, en kiezen voor vrede en rechtvaardigheid.