Asielzoekers: Leven in de Wachtkamer van België

Asielzoekers: Leven in de Wachtkamer van België

Zondagochtend ging ik op rondleiding in noodopvang Moorslede in Leopoldsburg. Deze opvangplaats telt maar liefst vijfhonderd bewoners. Ik kreeg daar een uitgebreide uitleg over hoe een asielprocedure verloopt en inzicht in het dagelijks leven van een vluchteling. Tegelijk maakte dit bezoek opnieuw duidelijk hoeveel misvattingen er bestaan over deze groep. 

Wie asiel aanvraagt in Europa, doet dat volgens de Dublinverordening: slechts één aanvraag per persoon en het eerste land van binnenkomst is verantwoordelijk voor de procedure. Dit moet ‘asielshoppen’ voorkomen, maar zet landen als Griekenland en Italië zwaar onder druk. België vangt slechts een klein deel van de vluchtelingen wereldwijd op: 70% blijft in buurlanden. De vluchtelingenstroom is dan ook maar een klein deel van de totale migratie naar België. 

Wie het tot België haalt, komt terecht in een opvangcentrum van Fedasil. Hier worden basisbehoeften voorzien: ''bed, bad en brood'', in de woorden van een medewerker van Moorslede. Daarnaast krijgt een volwassene € 9,50 per week aan zakgeld en kunnen ze eventueel wat bijverdienen in de opvang voor € 2,50 per geklaarde klus.  

De bewoner wordt vervolgens uitgenodigd door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatslozen voor een grondig interview. Zij zullen uiteindelijk de beslissing nemen of de asielzoeker bescherming krijgt van de Belgische staat. In dit interview worden ze urenlang ondervraagd, soms zelfs zeven uur aan een stuk, over hun omstandigheden en hun redenen om te vluchten. Er kan ook een tweede of derde interview plaatsvinden, soms met jaren ertussen. 

Vervolgens krijgt de asielzoeker een beslissing. Er zijn drie mogelijkheden: vluchtelingenstatus, subsidiaire bescherming of een weigering. Vluchtelingenstatus betekent dat men een verblijf van vijf jaar krijgt toegekend, daarna onbeperkt. Subsidiaire bescherming houdt een tijdelijk verblijf in; de vluchteling mag één jaar in België verblijven en dit kan tweemaal verlengd worden met twee jaar voordat duurzaam verblijf mogelijk wordt. Als iemand geweigerd wordt, heeft de persoon in kwestie wel het recht om in beroep te gaan. Mij werd verteld dat ze vrij snel een negatieve beslissing krijgen als ze in beroep gaan, tenzij er nieuw bewijs wordt aangeleverd.  

Na een negatieve beslissing is er een bevel om het land te verlaten. De asielzoeker mag dan naar een open terugkeercentrum om ondersteuning te krijgen bij de terugkeer naar het land van herkomst. Makkelijker gezegd dan gedaan, want ook hier blijkt het een bureaucratisch doolhof. Palestina wordt bijvoorbeeld niet officieel als staat erkend door België en veel Palestijnen bezitten geen geldige reisdocumenten. Dan is terugkeer praktisch onmogelijk, zelfs als ze dat willen. Het ontbreken van een officieel staatsapparaat dat reisdocumenten kan verstrekken, maakt dat veel Palestijnen in juridisch limbo belanden. Daarnaast laat Israël de miljoenen ontheemden wereldwijd niet terugkeren, ook niet als ze oorspronkelijk uit een gebied komen dat nu door Israël bezet wordt, omdat het de Joodse identiteit van de Israëlische staat zou ondermijnen. In 2024 was het grootste aantal asielzoekers van Palestijnse afkomst. Vergeet niet: iemand met een terugkeerbevel mag ook niet werken. Deze persoon valt vervolgens tussen wal en schip en veel personen verdwijnen in de illegaliteit.  

Ongeveer 1/2de van de vluchtelingen die een positieve beslissing ontvangt, krijgt een woning toegewezen van het OCMW. Voor de andere helft die géén woning krijgt toegewezen: zij hebben vier maanden de tijd om iets op de privémarkt te zoeken. Daarna is het opvangcentrum gedwongen hen op straat te zetten. Zonder vaste job, met taalbarrières en discriminatie zijn ze vaak de allerlaatste keuze voor verhuurders. Soms kunnen ze doorstromen naar een daklozenopvang als ze geluk hebben; anderen belanden op straat, waar ze dan weer een slechte reputatie krijgen. “Het is een opwaartse strijd”, werd er gezegd.  

We vroegen of er ook Oekraïners worden opgevangen, maar het blijkt dat er voor Oekraïners een andere regeling geldt: zij hoeven geen asielprocedure te doorlopen en krijgen onmiddellijk een verblijfskaart voor één jaar die verlengd kan worden. Dit op basis van richtlijnen van de EU voor tijdelijke bescherming voor ontheemden uit Oekraïne. Deze procedure duurt enkele dagen tot weken. Zij hebben zo direct toegang tot de arbeidsmarkt en sociale rechten.  

We kregen vervolgens de containers te zien waar mensen wonen: twee stapelbedden per kamer, gedeeld sanitair zoals op festivals. Een gemeenschappelijke eetzaal en een kleine keuken zorgen voor wat zelfstandigheid. Er is zelfs een geïmproviseerde gym, met zelfgemaakte gewichten — een halterstang met twee zandemmers. 

Er waren gelukkig ook positieve zaken die ik heb ondervonden. Tussen de bewoners is er een groot gevoel van solidariteit. Een vrijwilliger vertelde hoe ze elkaar helpen, en vooral samen lachen, bij de lessen Nederlands. Eén beeld blijft me bij: een jongeman die leerde fietsen met hulp van een andere bewoner. Kleine gebaren, grote betekenis. 

Ze zoeken verbinding, maar vanwege de taalbarrière en cultuurverschillen is dit niet altijd zo vanzelfsprekend. Vrijwilligers spelen hierin een sleutelrol. Hun aanwezigheid doet de bewoners deugd. De cultuurverschillen zorgen wel voor grappige situaties af en toe. Een jongeman begon te werken als poetshulp. Op een dag belde het bedrijf om te vragen waar hij was; er was iemand anders aanwezig. Wat bleek? Hij had zijn vriend op pad gestuurd om hem te vervangen toen hij ziek op bed lag. Wat ondenkbaar lijkt bij ons, is doodnormaal aan de andere kant van de wereld.  

De achtergronden van bewoners verschillen sterk. Sommigen komen uit extreme armoede en ervaren het leven in het centrum als luxe. Anderen waren arts of ingenieur, en vluchtten omwille van politieke vervolging. Voor hen is de degradatie zwaarder te verteren. Voor we vertrokken, vertelde een vrouw dat sommige buurtbewoners wantrouwig zijn tegenover de opvang en de bewoners onterecht linken aan criminaliteit. Nochtans bevestigde een medewerker dat er nog nooit politie moest ingrijpen voor zulke feiten. 

Wie zich zorgen maakt over asielbeleid, zou baat hebben bij zo'n bezoek. Wat je daar ziet, is vooral wachten. Wachten in onzekerheid, soms jarenlang. Misschien is het tijd om niet alleen te kijken naar cijfers of regels, maar ook naar echte ervaringen. De vrijwilligers van Moorslede tonen aan dat met een beetje steun en begrip verbinding wél kan groeien. 

Maryam Khair