Vic Mennen: stilstaan is lang niet altijd achteruitgaan

Ik trek eropuit. Een doordeweeks praatje of een diepgaand gesprek, niet noodzakelijk een klassiek interview met vragen en antwoorden. Ik breng het verhaal op mijn manier. In dat opzicht zijn het meer dan ontmoetingen. Het zijn 'ont-moetingen' waarbij niks moet en alles mag. We moeten immers al zoveel. Levensverhalen of losse babbels, luchtig, filosofisch, humoristisch of zwaar ... alles kan zomaar.

Op een ietwat druilerige donderdagochtend ben ik, deels vanwege de veel te frisse wind, deels uit gezonde nieuwsgierigheid, in snelwandeltempo op weg naar de Molenstraat. Ik zal er ontvangen worden ten huize van ... een molenaarszoon. Een die veel te vertellen heeft. Net niet molenwiekend, maar wel heel gedreven.

Via de Adelberg passeer ik het Astridpark, het CC en het jongerencentrum in aanbouw. Even de Lepelstraat oversteken naar de Koningsstraat en zo via de Rijksschoolstraat naar de Molenstraat. Alleen al over dit traject zou mijn gastheer urenlang vol bezieling kunnen vertellen. Vic Mennen is een vat vol kennis. Een wandelende encyclopedie. Veel meer nog: een Lommels icoon.

De man die vorige week nog op forse wijze 85 kaarsjes uitblies, waarvoor ik hem nog snel even feliciteer, ontvangt me joviaal, met een brede glimlach. Na het aannemen en opbergen van mijn jas neemt hij me ogenblikkelijk mee naar zijn bureau, zijn natuurlijke habitat. Het is er knus en gezellig. Geen franjes of overbodigheden. Wel boeken, veel boeken. En een computer. Alles heeft zijn plaats. Hier werd en wordt gewerkt. Dat ademt het uit en voel ik aan mijn spreekwoordelijke theewater, zelfs na drie koppen ochtendlijke koffie.

Daarom kies ik even later voor water en niet voor het warme gitzwarte alternatief dat me vriendelijk aangeboden wordt. Echtgenote Alda (Van Den Berk, jawel) komt ook even een babbeltje slaan en een versnaperingetje brengen. Zo groeit de gezelligheid nog met de minuut.

Dat is bijna even snel als mijn respect voor deze man groeide tijdens het researchen. Vic studeerde af in 1963 als licentiaat in de Germaanse Filologie en werd tijdens het vervolg van het tweede millennium leraar Engels en Nederlands. In 1987 behaalde hij zijn doctoraat met de verhandeling 'Toponymie van de vrijheid Lommel'. Hiermee werd hij summa cum laude (met grote onderscheiding) doctor in de Germaanse Filologie en verdiende hij de Prijs voor Taalkunde van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren. In 1992 herwerkte hij zijn doctoraatsthesis tot 'Van Vriesput tot Klein Duitsland. Acht eeuwen Lommelse plaatsnamen.' Een boek dat bekroond werd met de provinciale Veldeke-Leenprijs. Vic is een bekende naamkundige, lid van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie en de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde. Verder is hij ook de protagonist van de stedelijke adviescommissie voor straatnaamgeving en schreef hij, vooral na zijn pensioen in 2000, een naamkundig oeuvre waar een leek als ik steil (en in mijn geval allerminst stijlvol) van achterover slaat.

Van alle levende Lommelaars is Vic Mennen met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid degene die de meeste kennis bezit over Lommel in al zijn facetten.

Toponymie, de tak van de taalkunde die zich bezighoudt met het opsporen en verklaren van plaatsnamen, zit eveneens vol verschillende dimensies. Het is een complexe mix van taal (dialectologie, etymologie), geschiedenis (politiek, sociaal-economisch) en aardrijkskunde. Het is puzzelen met feiten en gegevens om van daaruit de juiste conclusies te trekken.

Het valt me al snel op dat Vic verzorgd Algemeen Nederlands spreekt en geen Lommels dialect, ook al weet hij er ontzettend veel over.

'Dat heb ik ook nooit met de paplepel ingegoten gekregen. Mijn ouders zijn afkomstig van Westmeerbeek, tussen Westerlo en Heist-Op-Den-Berg. Mijn vader was molenaar, zocht rond 1930 een molen en vond die hier in Lommel.'

Met gepaste trots toont hij me tegelijkertijd een foto waarop ik de ouderlijke molen waarvan sprake in vol ornaat kan zien, alsook een andere molen in de verte. Een straat zie ik niet. Wel een soort karrenspoor op de plaats waar nu de Rijksschoolstraat is. Jaren na het nemen van de foto zal de Molenstraat aangelegd worden en beide molens verbinden. Een geval van toponymie op mijn niveau, lijkt me. Vrij simpel dus, maar dat is het in vele gevallen allerminst.

'Toponymie vereist veel opzoekingswerk, dat is waar, en daar heb je wel wat doorzettingsvermogen en enthousiasme voor nodig, maar als het je passie is, gaat het vanzelf. Toch ben ik Alda ook dankbaar. 'Heb je nog iets gevonden?' vraagt ze steevast als ik terugkom. Die betrokkenheid voel ik dagelijks en geeft me veel steun. Naast passie speelt ook nostalgie en liefde voor de regio een grote rol. Denk maar niet dat ik altijd met mijn neus in de boeken zit. Ik trek vaak de natuur in. Letterlijk en figuurlijk stilstaan in het landschap. Kijken. Voelen. Vaak zie ik daar mensen joggen en fietsen, terwijl ze niet van de fietspaden afwijken. En dan denk ik: neem toch eens de tijd om even stil te staan en de natuur in je op te nemen. Trouwens, ik wil je nog feliciteren met je poëtische toevoegingen aan het prachtige natuurboek ('689 Groeten uit Lommel', n.v.d.r.) van Leon Van Ham. Heel mooi.'

Ik schuifel wat ongemakkelijk heen en weer. Een kei in het ontvangen van complimentjes zal ik nooit worden. Toch doet het me telkens wat als ik er eentje krijg. Zeker nu. Vrijwel onmiddellijk voel ik een warme gloed over heel mijn lichaam. Wat een contrast met de koude rillingen tijdens het wandelingetje van daarstraks.

'In het leven begint en eindigt alles met passie. Lesgeven deed ik vroeger ook met passie. De jongeren zijn daarbij de beste barometer. Ze voelen zoiets meteen. Ik heb het altijd heel waardevol gevonden om jongeren te mogen opleiden, dat ik hun carrière mee heb mogen voorbereiden. Ik spreek uit ervaring. Mijn interesse in aardrijkskunde werd vroeger, toen ik als tiener school liep in Mol, enorm aangewakkerd door een erg begeesterde aardrijkskundeleraar. Zo is het eigenlijk allemaal begonnen.'

Hoog tijd om het over Vics nieuwe boek te hebben. "Van 'loofbos bij moeraskant' tot 'Nationaal Park Bosland'. Landschapshistorisch en naamkundig onderzoek van bomen, hakhout en openbaar groen in Lommel". Een hele mond vol en ongetwijfeld opnieuw een bijzonder waardevol werk. Vic huppelt bijna van opwinding om erover te vertellen. Ik hoor en zie hem graag bezig. Tijdens ons gesprek zal ik me geen seconde vervelen. Vic blaast me omver met allerlei weetjes. Ik voel me bijna als een van zijn 85 verjaardagskaarsjes. Hij legt het allemaal zo smakelijk en kundig uit, dat ik simpelweg vergeet te noteren. Terwijl hij bijzonder gestructureerd is in zijn betoog, stel ik hem onbewust en van de hak op de tak springend 1.001 vragen. Misschien van mijnentwege te gulzig, te hongerig naar antwoorden, maar die gretigheid wordt me op geen enkel moment verweten.

'Wel, Danny, ik ben van 1940. Naar mijn gevoel heb ik het keerpunt der tijden meegemaakt. Ik heb Lommel stilaan, of misschien juist heel snel, zien ontwikkelen van agrarisch dorp tot een groeiende industriële samenleving. We zijn in die periode geëvolueerd van een natuurlandschap naar een cultuurlandschap. Maar wat was er vroeger? Wat ging eraan vooraf? Hoe zat het in het verleden met de aanwezigheid van bos en groen? Hoe was het gesteld met het bomenbestand in de periode die voorafging aan 1750, toen het dennenbos in Lommel hier en daar zijn intrede maakte? Welke rol heeft de mens daarin gespeeld in de loop ter tijden? Antwoorden vind je in het boek, natuurlijk ook dankzij een pak mooie foto's, illustraties en unieke kaarten. In dat verband wil ik mijn neef Kristof Engelen toch even vermelden.'

Vic speurt razendsnel tussen zijn computerbestanden en vindt bijna meteen een praktijkvoorbeeld. Zoals steeds. Een scherpe en geordende geest, denk ik opnieuw bij mezelf. Ik vind het indrukwekkend om aan den lijve mee te maken en te zien hoe snel hij tijdens zijn verhalen relevante foto's, kaarten en info weet terug te vinden die zijn woorden staven en nog meer kleur geven.

'Kijk, hier heeft hij een vijftal kaarten in elkaar geschoven, met oog voor elk detail. Je kan je niet voorstellen wat een werk dat is! Het resultaat is uiteindelijk wel een unieke kaart, die je dus nergens anders terugvindt. Ik ben hem daar enorm dankbaar voor. Een grote meerwaarde.'

Af en toe merk ik dat ik zonder het zelf te beseffen op het puntje van mijn stoel ben gaan zitten. Bijzonder boeiend, zeker als hij het heeft over een taalkundig aspect van de toponymie, met name de etymologie. Dat is de studie van de oorsprong en betekenis van woorden, die laat zien hoe taal door de tijd heen verandert. Toponymie gaat nog een stap verder. Toponymisten zoals Vic ontrafelen minutieus de verhalen achter de namen van plaatsen.

In het verleden schreef hij volop over Lommel, persoonsnaamgeving in het Lommelse dialect, over Eksel, Hechtel, Koersel, de Vlaamse gemeentenamen en waternamen, over plaatsnamen in Limburg, over straatnamen, familienamen ... En dus nu over het groen in Lommel. Aan al zijn boeken gaan jarenlang opzoekingswerk vooraf.

'Is de cirkel nu rond?' vraag ik best wel gevat en samenvattend, vind ik zelf. Mijn gesprekspartner lijkt dat ook te vinden. Dat verraadt zijn kenmerkende brede glimlach.

'Dat gevoel heb ik inderdaad. Min of meer. Sommige domeinen zijn al lang en breed beschreven door specialisten ter zake, zoals het Lommelse dialect door Jos Jansen. Maar ik schrijf nog heel graag, hoor. Vanuit bronnenmateriaal iets opbouwen ... daarin schep ik enorm veel plezier. Nog altijd. Op een goeie dag kan ik nog steeds erg bevlogen bezig zijn, maar toch voel ik de jaren soms.'

Tijdens ons gesprek merk ik daar helemaal niks van. Integendeel. De schwung in zijn handelingen, het vuur in zijn ogen, zijn indrukwekkende feitenkennis en de gretigheid waarmee hij me dingen wil bijbrengen, maken op mij heel wat indruk. Een en al luciditeit en passie. En ik heb zelf nu eenmaal een passie voor mensen met een passie.

'Danny, nu ik eraan denk! Ik ben volop bezig met het schrijven van een artikel en ik zou graag een oproep doen. Wie kent het woord 'tus' en wie kan er nog meer over vertellen? In feite betekent het min of meer hetzelfde als 'rus', je weet wel, de 'zode', 'veenachtige grond' of 'uitgeturfd weiland', een oud woord bij 'bovenste laag', zoals in het woord 'Kattenrijttus'. De Kattenrijten (Katterijen, Kattenbos) vind ik trouwens een van de mooiste plekjes in Lommel, omdat ik daar het oude landschap het beste herken. Maar goed. Het komt als plaatsnaam in Lommel en in de omgeving voor vanaf de 17de eeuw. Alles dus over TUS. Laat maar weten.'

Zie je? Ze straalt ervan af.

'Een passie voor reizen heb ik eigenlijk ook wel,' zegt hij ineens, na het nippen van zijn watertje. Vroeger gingen we vaak naar de Ardennen en elk jaar in februari trekken we naar Spanje. Maar ik rijd al enkele jaren niet meer zelf met de auto naar het buitenland. Veel te druk. Na corona doen we het een stuk kleinschaliger. En in mijn tuin en boomgaard kan ik ook genieten.'

Voor het eerst laat hij even een stilte vallen. Ik voel een opening voor een bezinningsmoment. Uit goede bron vernam ik dat hij een gelovig man is.

'Dat klopt. Goh, wat is geloof voor mij? Een houvast. Tot rust komen. Even stilstaan, zoals ik daarstraks al zei over de natuur. Soms is het ook frappant om te ervaren hoe een bepaalde bijbeltekst ook vandaag nog actueel is. Ik vind dat waardevol. Is het dankbaarheid? Voor het leven en het mysterie van het heelal? Er zijn zoveel vragen. In elk mens zit ook een bron van goedheid. De helpende mens ... Hoe komt dat? Vanwaar komt dat? Ik kan het niet plaatsen. De wetenschap botst soms op haar grenzen. Dat fascineert me. Misschien net omdat ik in mijn leven altijd bezig geweest ben met dingen te plaatsen.'

Stilstaan is dus niet altijd achteruitgaan. Het is geen synoniem van op je lauweren rusten terwijl alles altijd beter kan. Wat kan er bijvoorbeeld beter in Lommel? Ik vraag het aan Vic.

'Lommel is op heel wat domeinen bijzonder goed bezig. Denk bijvoorbeeld maar aan het creëren van werkgelegenheid. Misschien kan het wel nog beter op het vlak van het bewaren van het bestaande historische landschap. De Kerkstraat ligt er af en toe ook een beetje verloederd bij, maar dat heeft natuurlijk ook met de leegstand te maken.'

Of er dingen zijn die hem boos maken, niet specifiek in een Lommelse context, maar in het algemeen?

'Boos? Daar moet ik even over nadenken. Welja, ik kan wel een beetje boos worden van mensen die onzorgvuldig omspringen met het milieu, van degenen die bijvoorbeeld achteloos een blikje in het gras gooien. Als je ziet wat voor vuiligheid gemeentewerkers wekelijks uit de natuur en de leefomgeving halen ... Dat zou niet nodig hoeven te zijn.'

Over blikken gesproken. Een blik op mijn horloge zegt dat het al ver over etenstijd is en dat ons gesprek meer dan twee uur lopende is. We ronden af. Honger heb ik niet. Ik zit vol, mijn hoofd zit vol, op een fijne manier. Ik heb weinig genoteerd, maar veel geleerd. Nu ga ik orde scheppen. En een alcoholvrij biertje.

Bedankt, Vic, om me inzicht te verschaffen in je werkplek en in zoveel andere dingen, zoals het leven zelf.

Danny VANDENBERK

💡
Nu vrijdag 3 oktober wordt het nieuwste boek van Vic voorgesteld in het Huis van de Stad. U kan het nog steeds bestellen via deze link. En uiteraard krijgt u dit weekend een verslag van deze boekvoorstelling!