“Ik word lastig van mensen die zeggen dat ze een burn-out hebben”

We leven in een maatschappij waarin je moet presteren. Wie even stilstaat, wordt gewantrouwd. Wie ziek is, moet zich bewijzen. Dat zie je bij burn-outpatiënten, maar net zo goed bij migratieaanvragen, sollicitaties, of simpelweg mensen die proberen om ademruimte te vinden in een systeem dat hen voortdurend blijft duwen. 

Een vriendin van mij kreeg een burn-out. Ze had jarenlang alles gedaan wat van haar verwacht werd. Toen het niet meer ging, kreeg ze van haar huisarts twee weken rust voorgeschreven. Op de eerste dag stond de arbeidsgeneesheer aan de deur. Hij bleef ongeveer vijf minuten. In de tussentijd zat ik aan tafel met haar moeder een koffie te drinken. Het was een zonnige dag, ik was toevallig vrij. Na haar gesprek kwam ze zichtbaar gespannen terug bij ons zitten. "Ik word lastig van mensen die zeggen dat ze een burn-out hebben," zou hij haar gezegd hebben. Volgens hem kon je na anderhalve maand werken helemaal geen burn-out hebben. Daarnaast werd ze maandag weer op het werk verwacht.  

Ik stond perplex. Maar wie zegt dat dit enkel met werk te maken heeft? Vanaf wanneer mag je dan wel een burn-out hebben en wie bepaalt dat? Er werd ook niet gevraagd naar haar persoonlijke omstandigheden. Haar stress over haar Oost-Europese echtgenoot waarmee ze recentelijk getrouwd was en de bureaucratische hel van gezinshereniging — blijkbaar irrelevant voor deze arts. Terwijl dit misschien de grootste factor is die meespeelt in haar burn-out.  

Wie zijn partner vanuit een niet-EU land naar België wil halen, moet sinds kort 2.131,28 euro netto per maand verdienen. Een absurd bedrag voor jonge mensen die nog aan het begin staan, of zoals mijn vriendin, hun studies noodgedwongen moesten onderbreken. In haar geval om meer geld te kunnen verdienen, daar had ze namelijk geen tijd voor als ze ook naar school moest gaan. Ze deed voorheen altijd administratief werk, maar dat bracht niet genoeg op. Dus ging ze in een fabriek werken. Totaal niet haar ambitie, maar nood breekt wet. Alsof een buitenlandse liefde enkel voor de rijken is weggelegd. En dat is nu net het probleem: het maakt niet uit waar je goed in bent, waar je energie van krijgt, of wat je maatschappelijke bijdrage zou kunnen zijn. Je moet gewoon werken. Liefst veel. En altijd.  

De Vlaamse regering stelde onlangs voor om de werkweek op vrijwillige basis te verlengen naar 45 uur. Op papier klinkt het als een keuze, maar in de praktijk is het opnieuw een signaal: minder werken wordt verdacht. Die mentaliteit zie je sluipend overal binnenkomen. In naam van productiviteit worden onze levens tot het minimum herleid. Zolang je maar draait. Anders ben je gewoon een 'profiteur'.

Schrijven is mijn passie. Ik werk graag met mijn hoofd. Daarom schrijf ik vrijwillig deze columns. Maar wanneer ik mijn toekomst bespreek met instanties of hulpverleners, wiens werk het is om mij te begeleiden naar een gepaste job, is de boodschap vaak: "Je kan altijd gaan schoonmaken." Het feit dat mijn passie hier ligt, doet er blijkbaar niet toe. Het feit dat ik inhoudelijk werk zoek ook niet. Alles moet volgens het boekje. En het boekje houdt geen rekening met mensen zoals ik. Dan spreken we nog niet over het allesbehalve neutrale neutraliteitsbeleid of deze regio die maar moeilijk te bereiken is met het openbaar vervoer.  

Terug naar mijn vriendin. Het resultaat van het gesprek met de arbeidsgeneesheer? Ze nam ontslag. De psychologische druk werd te groot. Ironisch genoeg bezorgt dat haar op lange termijn alleen maar meer stress. Maar op dat moment voelde ze dat er geen andere keuze was.  

We praten veel over burn-outs, integratie en werkbaar werk. Maar we blijven vasthouden aan een systeem waarin iemands waarde afhangt van prestaties, en er geen plek is voor wie anders is, ziek is, zorgt voor anderen, of simpelweg niet binnen de norm past, en houden we een maatschappij in stand die ons eigen welzijn juist ondermijnt. We worden gedwongen door te gaan tot we volledig op zijn. Pas als we volledig kapot zijn, krijgen we misschien een moment om adem te halen. 

Maryam Khair