Goesting

'Ik heb goesting.'

Dat was exact wat ze zei toen ze binnenkwam. Haar jas gooide ze gezwind over een van de krukken aan ons keukentoogje.

De omstandigheden waren ernaar. Ik had net de verwarming een graadje hoger gezet, de kinderen waren allemaal naar school, de hond zat buiten in de tuin te ravotten en zowel de keukentafel als de hoeksalon waren mooi opgeruimd en uitnodigend beschikbaar. Net als het traditionele bed natuurlijk, en ik uiteraard.

Een en ander kon ze waarschijnlijk afleiden uit mijn gelaatsuitdrukking. Daar hoef je beslist geen professor in de non-verbale communicatie voor te zijn: mijn ogen waren ineens dubbel zo groot geworden, mijn tong had plots behoefte aan buitenlucht en ik piepte een lachje van opwinding.

'In een Amerikaanse hamburger met cocktailsaus, vetzak.'

Alweer te mooi om waar te zijn. Of te onwaar om mooi te zijn. Hoe dan ook, haar vervolgzin op 'ik heb goesting' was een flinke tegenvaller, ondanks de aanwezigheid van een waarheidsgetrouw oordeel en een woorddeel dat in het Engels volledig in de context van haar openingszin paste.

Enkele minuten later stond ik dus bij onze plaatselijke frietchinees bovenstaande snack te bestellen, alsmede een hot dog met gebakken ajuin voor mezelf, want ik had natuurlijk ook zin, zelfs in de vorm van een hongertje.

Luttele seconden nadat ik mijn bestelling geplaatst had, werd ik onverwachts geflankeerd door twee lachende appetijtelijke en vermoedelijk hongerige dames die ik meteen herkende als uiterst sympathieke ex-schooljuffen van onze jongste dochter. Ze profiteerden, naar eigen zeggen, van de middagpauze om samen gezellig een vettige hap naar binnen te werken. 'Jij ook hier?' was nochtans het eerste wat ze zeiden. Mijn antwoord kwam er met wat vertraging.

'Mijn vrouw had goesting. En dan komt die bij mij ook automatisch,' zei ik glimlachend. Quasi ogenblikkelijk besefte ik dat ik iets min of meer dubbelzinnigs had gezegd. Dan heb je natuurlijk de moeilijke keuze: of je laat het zo en dan word je achteraf uitgelachen, of je begint te verduidelijken en te vergoelijken en dan word je eveneens uitgelachen én verdacht van een zieke of verdorven geest, zeker als je 't, zoals bij mij maar al te vaak gebeurde in het verleden, door nieuwe dubbelzinnigheden nog veel erger maakt. Ik koos dus voor het eerste. Koel gebleven, al voelde ik mijn gezicht rood worden. Zeker toen ik hun glimlachjes opmerkte. In stilte wisselden ze blikken. Blikjes frisdrank die een van de twee net uit de ijskast had geplukt, en een blik van onderlinge verstandhouding, nog net niet knipogend naar elkaar.

Hoe het ondertussen met onze dochter ging, nu ze al aan een tweede jaar in de grote school begonnen was, vroegen ze dan maar, de ietwat ongemakkelijke stilte verbrekend. En dat het zo'n goedlachse, leergierige en vooral lieve meid was. 'Dat is ze nog steeds,' vulde ik vol vaderlijke trots aan. Na nog wat vijven en zessen over hoe onze dochter meestal negenen en tienen scoorde, gingen ze buiten mijn gezichtsveld aan een tafeltje zitten.

Een paar tellen later hoorde ik ze om het hoekje giechelen en na een uitbundiger lachsalvo meende ik duidelijk het woord 'goesting' te horen, al kan het ook mijn innerlijke stem geweest zijn.

Danny VANDENBERK