Gesprek met een Dakloze

Vandaag even geen statistieken of onderzoeken, maar een eerlijke en menselijke kijk in het leven op straat. We zien de mensen, maar kennen zelden hun verhaal. Toch schuilt er achter ieder persoon zonder thuis een uniek levensverhaal – vol keuzes, tegenslagen, herinneringen en hoop. Dit weekend maakte ik ruimte voor één van deze verhalen. 

Goedendag, hoe gaat het met je? 
Het gaat. Kan beter.  

Kan je jezelf even voorstellen? 
Ik ben Kurt, geboren te Brussel en opgegroeid in Pajottenland. Driëntwintig jaar geleden ben ik in Turnhout terechtgekomen en via het OCMW ben ik in Lommel beland. Ondertussen ben ik hier al een maand. Dinsdag werd ik drieënveertig.  

Gefeliciteerd met je verjaardag! Hoe was je jeugd eigenlijk?  
Dank u zeer! Mijn jeugd viel eigenlijk best goed mee tot ik acht jaar werd. Toen zijn er wat dingen voorgevallen... en sindsdien is mijn gedrag iets scherper geworden. Op school was ik niet echt iemand die goed oplette in de les – of toch niet met mijn ogen, wél met mijn oren. De vogeltjes buiten waren interessanter dan het schoolbord. Ik had niet veel vrienden.  

Dat gedrag is ook herkenbaar voor mij; je bent niet de enige. Heb je misschien een leuke herinnering uit je jeugd die je wilt delen? 
Ik heb wel leuke herinneringen met mijn ouders, pretparken bezocht en zo. Bij de Watervallen van Coo liep ik als klein pagadderke rond met mijn ouders en ineens voelde mijn vader iets kouds tussen zijn benen. Een kindje riep: “Maman, maman! Ma crème s'est envolée!” Hij had zijn Calippo weggegooid, omdat er een bijtje rondvloog. Die was tussen mijn vaders benen beland. Ik heb een hele goede band met mijn vader gehad. Hij is in 2019 overleden. 

Gecondoleerd met het verlies van je vader. Wel heel mooi om te horen dat jullie zo'n goede band hadden en leuke herinneringen samen.  

... 

Waar liggen je interesses eigenlijk? 
Mijn interesses liggen in Alaska of Australië. Ik wil daar het goud van de grond rapen in Australië of een put graven in Alaska om het goud eruit te halen. Met het goud wil ik iets oprichten voor mensen die dakloos zijn. Zoals een hulpcentrum dat in het weekend open is, dat vind je niet in België. Enkel op zaterdag zijn die open. Hobbies heb ik niet echt. Zwemmen of fietsen vind ik wel fijn om te doen.  

Dat was een onverwacht antwoord, maar tof dat je zoiets zou willen oprichten. Hoe lang ben je eigenlijk al in Lommel? En waarom kwam je specifiek hierheen?  
Maandag was ik één maand in Lommel. Gemeente Turnhout wou me niet helpen met onderdak vinden en ik ben naar Lommel, naar het Keerpunt, gestuurd. Daar was weer tegenslag; ze hebben mij gezegd dat ze mij niet konden helpen, omdat ik té zelfstandig ben. Ik ben ook niet oud genoeg. In Hasselt was dat hetzelfde – ik heb volgens hen geen 'binding’ met provincie Limburg. Ze hebben me verteld dat ik best terug naar Brussel ga, maar daar is het nóg moeilijker om gepaste hulp te vinden. Ze laten je gewoon rotten op straat. Ik moet mijn plan trekken, daar komt het op neer. Ondertussen ben ik heel Vlaanderen doorgereisd: Gent, Antwerpen, Aalst, Blankenberge en Oostende. De meeste tijd bracht ik wel door in de Kempen, in Turnhout.  

Hoe was het leven in Turnhout dan? 
Uh, ja... Ik ben daar voor de eerste keer in de gevangenis terechtgekomen. Poging doodslag. Vier dagen zat ik onterecht in de gevangenis. Vervolgens kwam ik vrij en werd de zaak geseponeerd, omdat ik er niets mee te maken had. Daardoor heb ik mijn dochter niet kunnen erkennen.  

Je hebt een dochter? 
Ik heb drie kinderen. Mijn oudste is rond de vijfentwintig, mijn dochter eenentwintig en mijn jongste gaat achttien worden. Twee van hen weten niet van mijn bestaan af.  

Is er iets wat je graag tegen je kinderen zou willen zeggen? 
Ik mis mijn kinderen heel erg. Mijn leven zou helemaal anders zijn als ze bij mij waren.  

Dat begrijp ik, we nemen even pauze.  

Hoe word je behandeld door de Lommelaren? 
Veel beter dan de rest van België. Ze zijn hier veel jovialer, veel vriendelijker en openhartiger. Warm. Behulpzaam. Buitenstaanders worden sneller aanvaard. Misschien omdat het dichter bij de grens ligt. 

Fijn om te horen dat je zo positief over ons bent. Wat is iets dat jou momenteel veel zou kunnen helpen? 
Een doorgangswoning, dan kan ik mijn leven terug beginnen op te bouwen. Dat is een woning van het OCMW die ter beschikking staat voor zes maanden tot één jaar. Die kans krijg ik helaas niet. Ik sta ingeschreven voor een sociale woning, maar heb geen recht op een versnelde procedure. Dit omdat ik geen binding heb met Limburg. Daarvoor zou ik hier familie of werk moeten hebben. 

Wat jammer, heb je wel andere vooruitzichten misschien? 
Ik ben nu bezig om mijn adres over te plaatsen van het OCMW in Turnhout naar Lommel, zodat ik toch die binding met Limburg kan maken. Dan zou ik wel opvang kunnen krijgen en kunnen werken. Mijn rug is eigenlijk kapot; twee jaar geleden ben ik in elkaar geslagen. Drie van mijn ruggenwervels zijn gescheurd en dat gaat niet meer goedkomen. Hij had gezien dat ik geld in mijn portefeuille had. Gelukkig had er een vrouw naar de hulpdiensten gebeld, anders was ik misschien dood.  

Hoe gevaarlijk is het eigenlijk op straat? 
Des te later, des te gevaarlijker het wordt. Lommel is gelukkig niet zo gevaarlijk, al lopen er wel wat speciale mensen rond. Er is hier iemand die heeft vastgezeten voor moord, die zich nu weer in de criminaliteit begeeft. Met zo'n mannen op straat gaat het ooit eens verkeerd aflopen.  

Reïntegratie in de samenleving lukt niet zo goed, lijkt het. Wat vind je daarvan? 
Je krijgt de kans gewoon niet. Zelf heb ik ook eens vier jaar in de gevangenis gezeten. Als je vrijkomt, moet je gewoon je plan trekken. Ze leggen je niets uit. Ik had zelfs een dossier om mijn tanden te laten trekken en een prothese te zetten in de gevangenis. Ik mocht zes maanden vroeger vrijkomen. De afspraak was al gemaakt voor in het ziekenhuis. Tien dagen voor de afspraak kwam ik vrij. Ik bracht mijn dossier naar het OCMW en ze zeiden me dat ze niks konden doen en dat ik alles maar opnieuw moest doen. Nu zijn we ondertussen jaren verder en mijn tanden zijn nog steeds niet in orde. In de jaren negentig ging alles zó goed... Sindsdien is alles om zeep. De armen worden armer en de rijken worden rijker. Vroeger kon je als gezin met één loon rondkomen. Alles is nu om zeep.  

Stel, je was niet dakloos. Waar zou je je mee bezighouden? 
Ik ben schrijnwerker van beroep, dus ik zou misschien hout leren bewerken tot een sculptuur. Dat kan ik nog niet. Koken doe ik ook graag. Mijn lievelingsgerecht is biefstuk met champignonnesaus en kroketjes – geen frietjes – en daar een beetje salade bij. 

Is er nog iets dat je wilt delen? 
Ik zou het waarderen als de rijke mensen een stukje zouden afgeven aan anderen. Mensen die biljoenen hebben, die een stukje afgeven, zodat iedereen in vreugde kan leven. Misschien zouden we dan de aarde nog kunnen redden.  

Dat heb je mooi gezegd. Ik ben akkoord. Bedankt voor je tijd en het aangename gesprek, Kurt. 

Maryam Khair