Carrière Maken als Kind: Loopbaanadvies voor 11-plussers

Onlangs was ik in Duitsland, op bezoek bij een vriendin. We zaten aan haar keukentafel, thee in de hand, de zon zakte langzaam weg achter het raam. Ze was bezig aan haar thesis geneeskunde en vertelde hoe een fout van een docent had gezorgd dat zij en een klasgenoot per ongeluk exact hetzelfde onderwerp hadden. "Drama," lachte ze, met een vleugje wanhoop op haar gezicht.  

En toen vroeg ze het: 
“Waarom ga jij eigenlijk niet studeren?” 
“Omdat ik geld moet verdienen,” vertelde ik eerlijk. 

Ze fronste. “Maar hebben jullie dan geen Ausbildung of duales Studium, of iets gelijkaardigs? Je werkt en studeert tegelijk. Je krijgt betaald en doet praktijkervaring op; vaak betaalt het bedrijf ook je opleiding. Soms voorzien ze zelfs huisvesting.” 

Ik keek haar aan alsof ze net had verteld dat in Duitsland de regen naar boven valt. 

Waarom bestaat dit niet in België? 

Bij ons zijn er zeker ook alternatieve leervormen: deeltijds leren, afstandsonderwijs, avondonderwijs, ... maar niets waarbij je tegelijk een diploma hoger onderwijs haalt, betaald wordt, én praktijkervaring opdoet op een plek die aansluit bij je studie in samenwerking met je school. In Duitsland kan je dus als werkende student starten met uitzicht op een diploma hoger onderwijs. Bij ons moet je eerst zien te overleven. 

Mijn interesse was gewekt en ik besloot wat onderzoek te doen naar de verschillende onderwijsvormen in onze buurlanden.  

In Nederland bestaan er dus ook zulke constructies. In Frankrijk is het duale systeem minder wijdverspreid, maar wordt het wel actief gepromoot. En iets verder weg, in het Verenigd Koninkrijk, bestaan er “apprenticeship degrees”. Maar in België? Daar kies je op je twaalfde (of in mijn geval elf, want ik was nog nét niet jarig) een richting, en dan zit je in een mal die zelden nog verandert. 

Mijn schoolcarrière? Een soort hindernissenparcours. Ik begon op ASO Moderne Wetenschappen, daarna TSO Sociale en Technische Wetenschappen, vervolgens KSO Beeldende en Architecturale Vorming. Toen was ik gebuisd in wiskunde en architectuur. Daardoor kreeg ik een B-attest en kon ik niet verder naar het jaar waarin net die vakken zouden wegvallen. Pech. Dus dan maar BSO: Publiciteit en Etalage. Dan Kantoor. Dan weer Publiciteit. Uiteindelijk via examencommissie naar DBSO Winkelbediende. Niet omdat het mijn droom was om rekken te vullen; ik wou gewoon afstuderen. 

In totaal maar één B-attest. Sommige leraren begrepen niet waarom ik in zo’n ‘lage’ richting zat. Ik was niet dom, ik was gewoon té aanwezig in de lessen en leek mijn plek maar niet te kunnen vinden. Mijn vriendinnen waren soms gefrustreerd, omdat ik hen afleidde, terwijl ik zelf op één of andere mysterieuze manier alles onthouden had. Achteraf zeggen mensen vaak: “Waarschijnlijk heb jij ADHD.” Misschien. Maar ik heb geen drang om dat officieel te laten vaststellen. Het punt is: er was geen weg terug en ik had al te veel rondgesukkeld. 

Mijn val begon eigenlijk al veel eerder, in het eerste leerjaar. 

Ik sprak thuis Engels. Nederlands begon ik pas echt te leren op mijn vierde. Toen ik zes was, stelde de school voor dat ik een jaar zou blijven zitten of misschien naar het buitengewoon onderwijs zou gaan, vanwege een taalachterstand. Mijn moeder, zelf leerkracht Duits geweest in Bulgarije en zeven talen machtig, weigerde. Ze wist dat ik die achterstand vanzelf zou inhalen en ze had gelijk. Maar stel je voor dat ze had toegegeven? Dan zat ik misschien onterecht in het buitengewoon onderwijs, terwijl plekken daar al zo schaars zijn. Eigenlijk wel komisch dat ik nu Nederlandstalige columns schrijf. 

Dit hokjesdenken loopt als een rode draad door het Belgische onderwijs. Jongeren met een migratieachtergrond krijgen opvallend vaker een lager schooladvies en belanden veel vaker in het buitengewoon onderwijs. Volgens cijfers van de Vlaamse Onderwijsraad krijgen kinderen met een andere thuistaal tot vier keer vaker een B-attest dan kinderen met het Nederlands als thuistaal. In het buitengewoon onderwijs zijn ze eveneens oververtegenwoordigd. Zouden ze minder slim zijn? Of zit het systeem zelf scheef? Misschien te weinig ruimte voor degenen die niet in hun hokje passen...? 

En dat stopt niet bij het diploma. 

Mijn moeder, met twee masters en jarenlang ervaring als leerkracht, mocht sinds haar aankomst in België twintig jaar geleden alleen maar poetsen. Haar diploma’s werden niet erkend. Oké, soms zit het even tegen. Dus volgde ze een korte opleiding tot administratief medewerker naast haar werk, en vond nog steeds niets. Ze zag klasgenoten die slechter presteerden in de lessen, binnen de maand aan de slag gaan. Zelf had ze het idee dat ze meteen een stempel kreeg opgedrukt zodra men haar Oost-Europese accent hoorde; dat merkte ze aan de houding van de werkgevers.    

Maar zij bleef wachten en solliciteren. In een callcenter mocht ze twee dagen werken in het Duits, tot ze te horen kreeg dat het toch niet doorging, omdat het niet haar moedertaal was en dat was wel één van de eisen. Ironisch, voor een lerares Duits met master in de Duitse taal- en letterkunde. Dat ze perfect Duits sprak, deed er niet toe, wel dat ze niet in hun voorbedachte hokje paste.  

Zelf ervaar ik hetzelfde. Mijn vriendin, ook zonder hoger diploma, komt aan administratief werk, terwijl ze zelf toegeeft dat ze er moeite mee heeft door haar dyslexie. Ik krijg niet eens een kans na maandenlang solliciteren om op gesprek te komen. Mijn diploma winkelbediende geeft mij recht op *tromgeroffel*...een baan als winkelbediende. Niks meer, niks minder. Dat ik duidelijk andere capaciteiten heb, doet er niet toe. Dan had ik maar een betere keuze moeten maken toen ik elf was en naar het secundair onderwijs ging.  

Toen diezelfde vriendin eens solliciteerde voor een job in een fabriek, kreeg ze te horen: “We denken dat je dit werk onderschat.” Ze hadden haar al in een hokje gestoken aan de hand van eerdere werkervaring.  

Dat is exact waar het om draait: die hokjes, waar je gewoon ingepropt wordt, of je nu past of niet.  

In Duitsland viel de regen nog altijd gewoon naar beneden. Maar het leek alsof er tenminste lucht zat in het systeem. Maar hier? Hier lijkt het soms op een doolhof zonder uitgang. Je krijgt de deur op een kier, maar nooit echt open. 

Maryam Khair